Aangezien een identiteitskaart dient om de houder te identificeren door onder meer zijn nationaliteit te vermelden en aangezien godsdienstige overtuiging in geen geval kan worden beschouwd als een element dat nodig is om iemand te identificeren, kan de vermelding van de godsdienst op de identiteitskaart, zelfs met de expliciete toestemming van de betrokkene, worden beschouwd als niet-adequaat, niet ter zake dienend en zelfs niet bovenmatig in verhouding tot het met de identiteitskaart nagestreefde doel.
Da der Zweck eines Personalausweises die Identifikation der Person, insbesondere durch die Angabe ihrer Staatsangehörigkeit, ist und die Religion in keinem Fall als ein Element zur Identifizierung einer Person angesehen werden kann, ließe sich die Angabe der Religion in einem Personalausweis, auch wenn sie mit ausdrücklicher Zustimmung der betroffenen Person erfolgt, als Information betrachten, die dem Zweck des Personalausweises nicht entspricht, dafür nicht erheblich ist und darüber hinausgeht.
