Een verdachte of beklaagde zou niet buiten iedere redelijke twijfel hoeven aan te tonen dat hij over onvoldoende financiële middelen beschikt, zoals is vastgesteld in de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens.
Von einem Verdächtigen oder Beschuldigten sollte im Einklang mit der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte (EGMR) nicht verlangt werden, dass er seine Bedürftigkeit jenseits allen Zweifels nachweist.