18. verzoekt de EU samen te werken met de Afrikaanse
landen om te zorgen voor goedkeuring van een resolutie waarin de secretaris-generaal van de VN wordt verzocht een speciale afgezant voor Noord-Oeganda t
e benoemen die moet ijveren voor de vrijlating van de kinderen die zijn ontvoerd door het Lord's Resistance Army (LRA); wenst dat deze afgezant over voldoende financiële middelen en een voldoende breed mandaat beschikt voor "pendeldiplomatie" tussen het LRA en de Oegandese re
gering, dit in nauw ...[+++]overleg met de leiders van maatschappelijke organisaties (kerken, NGO's) en gespecialiseerde VN-organen; onderstreept dat het verzoek gedaan dient te worden via de resolutie van de UNHCR over "de ontvoering van kinderen uit Noord-Oeganda", die door de Afrikaanse groep wordt gesteund; 18. fordert die EU auf, mit afrikanischen Ländern zusammenzuarbeiten, um die Annahme einer Entschließung sicherzustellen, worin gefordert wird, dass der Generalsekretär der Vereinten Nationen einen Sondergesandten für das nördliche Uganda b
enennt, der den Auftrag hat, sich um Freilassung der von der sogenannten Lord’s Resistance Army entführten Kinder einzusetzen; fordert, dass dieser Gesandte finanziell ausreichend ausgestattet wird und ein entsprechendes Mandat erhält, eine sogenannte Shuttle-Diplomatie zwischen der LRA und der ugandischen Regierung in enger Konsultation mit leitenden Persönlichkeiten der Zivilgesellschaft (religiösen
...[+++] oder Nichtregierungsorganisationen angehörenden) und mit den speziellen UN-Stellen zu führen; betont, dass die Forderung in der UNCHR-Entschließung zur Entführung von Kindern aus Norduganda erhoben werden sollte, die von der afrikanischen Gruppe eingebracht wird;