3. Een lidstaat die wil deelnemen aan een overeenkomstig dit artikel ingestelde samenwerking geeft kennis van zijn voornemen aan de Raad en aan de Commissie, die binnen drie maanden na ontvangst van die kennisgeving advies uitbrengt aan de Raad, eventueel met een aanbeveling voor de bijzondere regelingen die zij voor die lidstaat nodig acht om deel te nemen aan de samenwerking in kwestie.
(3) Jeder Mitgliedstaat, der sich der Zusammenarbeit nach diesem Artikel anschließen will, teilt dem Rat und der Kommission seine Absicht mit; die Kommission legt dem Rat binnen drei Monaten nach Eingang der Mitteilung eine Stellungnahme dazu vor, der gegebenenfalls eine Empfehlung für die spezifischen Regelungen beigefügt ist, die sie für notwendig hält, damit sich der Mitgliedstaat der betreffenden Zusammenarbeit anschließen kann.