1. Elke lidstaat boekt de hoeveelheden witte suiker en ruwe suiker die daadwerkelijk zijn ingevoerd op grond van de in artikel 6, lid 1, bedoelde invoercertificaten, zonodig door de hoeveelheden ruwe suiker om te rekenen in witte-suikerequivalent op basis van de polarisatiegraad die is bepaald volgens de in punt III. 3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 318/2006 gedefinieerde methode.
(1) Die Mitgliedstaaten verbuchen die Weiß- und Rohzuckermengen, die im Rahmen der Einfuhrlizenzen gemäß Artikel 6 Absatz 1 tatsächlich eingeführt wurden, und rechnen die Rohzuckermengen gegebenenfalls auf der Grundlage des angegebenen Polarisationsgrads und unter Anwendung der in Anhang I Abschnitt III Nummer 3 der Verordnung (EG) Nr. 318/2006 geregelten Methode in Weißzuckeräquivalent um.