3. Ingeval artikel 131 bis niet van toepassing is, richten de bevoegde autoriteiten die toezicht houden op een kredietinstelling met significante bijkantoren in andere lidstaten, een door hen voorgezeten college van toezichthouders op om de samenwerking ingevolge lid 2 van het onderhavige artikel en artikel 42 te vergemakkelijken.
(3) Findet Artikel 131a keine Anwendung, so richten die Behörden, die für die Beaufsichtigung eines Kreditinstituts mit bedeutenden Zweigniederlassungen in anderen Mitgliedstaaten zuständig sind, unter eigenem Vorsitz ein Aufsichtskollegium ein, um die Zusammenarbeit gemäß Absatz 2 des vorliegenden Artikels und gemäß Artikel 42 zu erleichtern.