1. Wanneer een gezochte persoon op het grondgebied van een andere lidstaat wordt aangehouden, stelt de bevoegde autoriteit van deze lidstaat deze persoon zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen drie dagen in kennis van het bestaan van het Europees arrestatiebevel en van de inhoud daarvan en verschaft zij hem een kopie van het arrestatiebevel in een taal die de gezochte persoon begrijpt, alsook van de mogelijkheid om met overlevering aan de verzoekende gerechtelijke autoriteit in te stemmen.
1. Wird eine gesuchte Person im Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats festgenommen, so setzt die zuständige Behörde dieses Mitgliedstaats schnellstmöglich, spätestens jedoch nach drei Kalendertagen, die Person von dem Haftbefehl, von dessen Inhalt sowie von der Möglichkeit in Kenntnis, dass sie ihrer Übergabe an die ausstellende Justizbehörde zustimmen kann, und stellt der gesuchten Person eine Ausfertigung des Haftbefehls in einer ihr verständlichen Sprache zur Verfügung.