18. is van mening dat ten aanzien van het publiek het pluriformiteitsbeginsel gestalte kan en moet krijgen binnen elke afzonderlijke zendgemachtigde, wanneer men zich houdt aan onafhankelijkheid en professionaliteit van medewerkers en van de zogeheten opinieleiders; wijst er daarom nogmaals op dat het van belang is dat de uitgeversstatuten een preventieve werking hebben met betrekking tot de inmenging van eigenaren of aandeelhouders dan wel van externe organen zoals regeringen in de inhoud van de informatie;
18. ist der Auffassung, dass mit Blick auf die Öffentlichkeit der Grundsatz der Vielfalt innerhalb jedes einzelnen Senders verwirklicht werden kann und muss, wobei jedoch die Unabhängigkeit und Professionalität der Mitarbeiter und der so genannten Meinungsbildner zu achten ist; bekräftigt, dass hierfür redaktionelle Statuten geschaffen werden müssen, die der Einmischung der Eigentümer oder Aktionäre sowie außenstehender Institutionen wie etwa der Regierungen in den Informationsinhalt vorbeugen;