Het Gerecht overweegt in zijn arrest tevens dat de bevoegdheid van de lidstaten om de dienst van algemeen economisch belang op het gebied van de omroep ruim en kwalitatief te omschrijven, zodat deze de uitzending van een breed scala van programma's omvat, niet kan worden betwist. Dat geldt ook voor de mogelijkheid voor die lidstaten om die dienst van algemeen economisch belang uit de reclame-inkomsten te financieren (63).
In seinem Urteil hat das Gericht festgestellt, dass die Befugnis der Mitgliedstaaten, Dienstleistungen von allgemeinem wirtschaftlichem Interesse im Bereich des Rundfunks weit und qualitätsbezogen zu definieren, so dass sie die Ausstrahlung eines weit gefächerten Programms umfassen, genauso wenig in Abrede gestellt wird wie ihre Möglichkeit, diese Dienstleistungen von allgemeinem wirtschaftlichem Interesse über Werbung zu finanzieren (63).