Traduction de «installaties op vaste brandstoffen waarvoor uiterlijk » (Néerlandais → Allemand) :

In alle gevallen die in dit lid vermeld staan , geldt voor installaties die vaste brandstoffen stoken een emissiegrenswaarde voor stof van 200 mg/Nm³.
In allen in diesem Absatz genannten Fällen gilt für Anlagen, in denen feste Brennstoffe verfeuert werden, ein Emissionsgrenzwert für Staub von 200 mg/Nm³.

8. Lidstaten mogen nieuwe middelgrote stookinstallaties die niet meer dan 500 uren per jaar in bedrijf zijn, berekend als een voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar, vrijstellen van naleving van de in deel 2 van bijlage II vastgestelde emissiegrenswaarden. In het geval van een dergelijke vrijstelling geldt voor installaties die vaste brandstoffen stoken een emissiegrenswaarde voor stof van 100 mg/Nm³.
8. Die Mitgliedstaaten können neue mittelgroße Feuerungsanlagen, die im gleitenden Durchschnitt über einen Zeitraum von drei Jahren nicht mehr als 500 Betriebsstunden pro Jahr in Betrieb sind, von der Einhaltung der in Anhang II Teil 2 festgelegten Emissionsgrenzwerte befreien. Im Falle einer solchen Befreiung gilt für Anlagen, in denen feste Brennstoffe verfeuert werden, ein Emissionsgrenzwert für Staub von 100 mg/Nm³

In dat geval geldt voor installaties die vaste brandstoffen stoken een emissiegrenswaarde voor stof van 200 mg/Nm³.
In diesem Fall gilt für Anlagen, in denen feste Brennstoffe verfeuert werden, ein Emissionsgrenzwert für Staub von 200 mg/Nm³.

De lidstaten mogen bestaande middelgrote stookinstallaties die niet meer dan 500 bedrijfsuren per jaar in bedrijf zijn vrijstellen van naleving van de emissiegrenswaarden als vastgesteld in deel 1 van bijlage II. In dat geval geldt voor installaties die vaste brandstoffen stoken een emissiegrenswaarde voor stofdeeltjes van 200 mg/Nm³.
Die Mitgliedstaaten können bestehende mittelgroße Feuerungsanlagen, die nicht mehr als 500 Betriebsstunden pro Jahr in Betrieb sind, von der Einhaltung der in Anhang II Teil 1 festgesetzten Emissionsgrenzwerte befreien. In diesem Fall gilt für Anlagen, in denen feste Brennstoffe verfeuert werden, ein Emissionsgrenzwert für Feinstaub von 200 mg/Nm³.

Lidstaten mogen nieuwe middelgrote stookinstallaties die niet meer dan 500 uren per jaar in bedrijf zijn vrijstellen van naleving van de in deel 2 van bijlage II vastgestelde emissiegrenswaarden. In dat geval geldt voor installaties die vaste brandstoffen stoken een emissiegrenswaarde voor stofdeeltjes van 100 mg/Nm³.
Die Mitgliedstaaten können neue mittelgroße Feuerungsanlagen, die nicht mehr als 500 Betriebsstunden pro Jahr in Betrieb sind, von der Einhaltung der in Anhang II Teil 2 festgesetzten Emissionsgrenzwerte befreien. In diesem Fall gilt für Anlagen, in denen feste Brennstoffe verfeuert werden, ein Emissionsgrenzwert für Feinstaub von 100 mg/Nm³.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1187 van de Commissie van 27 april 2015 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen en pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties (PB L 193 van 21.7.2015, blz. 43).
Delegierte Verordnung (EU) 2015/1187 der Kommission vom 27. April 2015 zur Ergänzung der Richtlinie 2010/30/EU des Europäischen Parlaments und des Rates im Hinblick auf die Energieverbrauchskennzeichnung von Festbrennstoffkesseln und Verbundanlagen aus einem Festbrennstoffkessel, Zusatzheizgeräten, Temperaturreglern und Solareinrichtungen (ABl. L 193 vom 21.7.2015, S. 43).

- 7500 MWe voor installaties die geïmporteerde vaste brandstoffen stoken, ofwel - indien dat lager is - 50 % van de totale nieuwe capaciteit van alle installaties op vaste brandstoffen waarvoor uiterlijk op 31 december 1999 een vergunning is afgegeven.
- im Falle von mit importierten festen Brennstoffen befeuerten Anlagen: entweder 7500 MWe oder 50 v.H. der gesamten Neukapazität aller mit festen Brennstoffen befeuerten Anlagen, die bis zum 31. Dezember 1999 genehmigt worden sind, je nachdem, welcher Wert niedriger ist.

- 2000 MWe voor installaties die vaste brandstoffen van eigen bodem stoken.
- 2000 MWe im Falle der mit einheimischen festen Brennstoffen befeuerten Anlagen,

A. Emissiegrenswaarden voor NOx, uitgedrukt in mg/Nm3 (O2-gehalte 6 % voor vaste brandstoffen, 3 % voor vloeibare en gasvormige brandstoffen) voor nieuwe en bestaande installaties overeenkomstig respectievelijk artikel 4, lid 1, en artikel 4, lid 3:
A. NOx-Emissionsgrenzwerte, ausgedrückt in mg/Nm3 (O2-Gehalt: 6 v.H. bei festen Brennstoffen, 3 v.H. bei fluessigen und gasförmigen Brennstoffen), anzuwenden für Neuanlagen und bestehende Anlagen gemäß Artikel 4 Absatz 1 bzw. Absatz 3.

A. Emissiegrenswaarden voor stof, uitgedrukt in mg/Nm3 (O2-gehalte 6 % voor vaste brandstoffen, 3 % voor vloeibare en gasvormige brandstoffen) voor nieuwe en bestaande installaties overeenkomstig respectievelijk artikel 4, lid 1, en artikel 4, lid 3:
A. Staub-Emissionsgrenzwerte, ausgedrückt in mg/ Nm3 (O2-Gehalt: 6 v.H. bei festen Brennstoffen, 3 v.H. bei fluessigen und gasförmigen Brennstoffen), anzuwenden für Neuanlagen und bestehende Anlagen gemäß Artikel 4 Absatz 1 bzw. Absatz 3.