Om de monetaire aggregaten en krediettegenposten maandelijks naar sector te kunnen uitsplitsen, worden de sectoren van overige ingezetenen verder uitgesplitst in de volgende subsectoren: Beleggingsfondsen m.u.v. GMF’s (S.124), overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen + financiële hulpbedrijven + financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.125 + S.126 + S.127), verzekeringsinstellingen (S.128), pensioenfondsen (S.129), niet-financiële vennootschappen (S.11) en huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (S.14 + S.15).
Zur Berechnung der monatlichen sektoralen Aufgliederung der monetären Aggregate und Kreditgeg
enposten werden die sonstigen Sektoren von Gebietsansässigen weiter in folgende Teilsektoren untergliedert: Investmentfonds (ohne Geldmarktfonds) (S.124), sonstige Finanzintermediäre ohne Versicherungsgesellschaften und Altersvorsorgeeinrichtungen + Kredit- und Versicherungshilfstätigkeiten + firmeneigene Finanzierungseinrichtungen und Kapitalgeber (S.125 + S.126 + S.127), Versicherungsgesellschaften (S.128), Pensionseinrichtungen (S.129), nichtfinanzielle Kapitalgesellschaften (S.11) sowie private Haushalte und Organisationen ohne Erwerbszweck (
...[+++]S.14 + S.15).