33. herinnert eraan dat de internationale overeenkomst dient te waarborgen dat er in de geïndustrialiseerde landen collectieve beperkingen van de emissies van broeikasgassen worden bereikt die in 2020 vergeleken bij 1990 bij de hogere waarden van het traject van 25-40% liggen, zoals is aanbevolen in het vierde evaluatieverslag van het Internationale panel inzake klimaatverandering (IPCC 4AR), en dat deze beperkingen in de Unie moeten worden verwezenlijkt;
33. fordert erneut dazu auf, in dem internationalen Übereinkommen festzuschreiben, dass in den Industriestaaten eine kollektive Verringerung der Treibhausgasemissionen erreicht werden sollte, die sich am oberen Ende der im Vierten Sachstandsbericht (AR4) des Zwischenstaatlichen Ausschusses für Klimaänderungen (IPCC) empfohlenen Spannweite von 25 bis 40 % bis 2020 gegenüber dem Stand von 1990 einpendelt, und weist darauf hin, dass diese Verringerung in den Industrieländern erreicht werden sollte;