In de veronderstelling dat de bij de wet van 19 oktober 1998 ingevoegde bepaling, volgens welke rekening wordt gehouden met de na het overlijden vastgestelde afstamming, na afloop van een vordering die vóór het overlijden werd ingesteld, als interpretatief zou kunnen worden beschouwd, zoals de Ministerraad beweert, zou artikel 9, § 1, 3°, ten nadele van een categorie van kinderen een verschil in behandeling instellen dat niet redelijk verantwoord is.
In der Annahme, dass die durch das Gesetz vom 19. Oktober 1998 eingefügte Bestimmung, der zufolge die - als Resultat einer vor dem Tod eingereichten Klage - nach dem Tod festgestellte Abstammung berücksichtigt wird, entsprechend der Behauptung des Ministerrats als interpretativ angesehen werden könnte, würde Artikel 9 § 1 Nr. 3 zum Nachteil einer Kategorie von Kindern einen Behandlungsunterschied einführen, der nicht vernünftig gerechtfertigt wäre.