17. stelt dat de entiteiten die tezamen de sociale economie vormen, binnen het kader van zowel de sectorale als intersectorale sociale dialoog op EU-niveau als partners erkend moeten worden en stelt voor dat de Commissie en de lidstaten de deelname van deze entiteiten aan het sociaal overleg en de dialoog met de burgers nadrukkelijk steunen;
17. spricht sich dafür aus, dass die Bestandteile der Sozialwirtschaft im sektoralen wie auch im intersektoralen europäischen Sozialdialog anerkennt werden sollten, und empfiehlt, dass der Prozess der Eingliederung der Akteure der Sozialwirtschaft in die soziale Konzertierung und den zivilgesellschaftlichen Dialog sowohl von der Kommission als auch von den Mitgliedstaaten intensiv gefördert wird;