5. Aan de staten – niet zijnde lidstaten – die partij zijn bij de EER-Overeenkomst, alsmede aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, kan toestemming worden verleend om in plaats van de procestaal een andere in artikel 36 vermelde taal te bezigen wanneer zij aan een prejudiciële procedure deelnemen of in een voor het Hof aanhangig geding interveniëren.
(5) Den Vertragsstaaten des EWR-Abkommens, die nicht Mitgliedstaaten sind, und der EFTA-Überwachungsbehörde kann gestattet werden, sich statt der Verfahrenssprache einer anderen der in Artikel 36 genannten Sprachen zu bedienen, wenn sie sich an einem Vorabentscheidungsverfahren beteiligen oder einem beim Gerichtshof anhängigen Rechtsstreit als Streithelfer beitreten.