Gebruik referentiealcoholen, aangeduid met de letters C, V en B. Hierin staat C voor rietsuikeralcohol, V voor wijnalcohol en B voor bietsuikeralcohol. Deze bezitten een verschillend isotoopgehalte, dat echter nauwkeurig is geijkt.
Man verwendet Referenzalkohole mit unterschiedlichen, aber genau bestimmten Isotopengehalten, bezeichnet mit den Buchstaben C (Alkohol aus Rohrzucker oder Maiszucker), V (Weinalkohol) und B (Alkohol aus Zuckerrüben).