De wil van de wetgever om een automatische uithandengeving door de jeugdrechtbank te vermijden voor de jongeren van zestien en zeventien jaar op het ogenblik dat de feiten zijn gepleegd, wordt voorts bevestigd in de parlementaire voorbereiding van de wet van 13 juni 2006, waarvan artikel 7, 7°, opnieuw het in het geding zijnde artikel 37, § 3, heeft gewijzigd :
Der Wille des Gesetzgebers, die automatische Abgabe der Sache durch das Jugendgericht für Jugendliche, die zum Tatzeitpunkt 16 beziehungsweise 17 Jahre alt waren, zu vermeiden, wird noch durch die Vorarbeiten zum Gesetz vom 13. Juni 2006 bestätigt, dessen Artikel 7 Nr. 7 erneut den fraglichen Artikel 37 § 3 abgeändert hat:
