Zoals hij dat heeft gedaan met de aanneming van het decreet van 14 juli 1998, vermocht de decreetgever van oordeel te zijn dat de Vlaamse Gemeenschap, zoals elke andere openbare overheid waarop de wet van 6 februari 1970 van toepassing is, de mogelijkheid moest hebben om de verjaring bij aangetekende brief te stuiten.
Wie bei der Annahme des Dekrets vom 14. Juli 1998 konnte der Dekretgeber den Standpunkt vertreten, dass die Flämische Gemeinschaft ebenso wie jede andere Behörde, auf die das Gesetz vom 6. Februar 1970 Anwendung findet, die Möglichkeit haben müsse, die Verjährung durch einen Einschreibebrief zu unterbrechen.