1 August Storck KG verzoekt het Hof om vernietiging van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Vierde kamer) van 10 november 2004, Storck/BHIM (Vorm van vlindervormige wikkelverpakking) (T‑402/02, nog niet
gepubliceerd in de Jurisprudentie; hierna: „bestreden arrest”), waarbij het Gerecht heeft verworpen haar beroep tot vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 18 oktober 2002 (zaak R 256/2001-2) (hierna: „omstreden beslissing”), houdende
...[+++]weigering van inschrijving van een beeldmerk bestaande in de afbeelding van een (vlindervormige) goudkleurige wikkelverpakking voor snoepjes.1 Mit ihrem Rechtsmittel beantragt die August Storck KG die Aufhebung des Urteils des Gerichts erster Instanz der Europäischen Gemeinschaften (Vierte Kammer) vom 10. November 2004 in der Rechtssache T‑402/02 (Storck/HABM
[Wicklerform], Slg. 2004, II‑0000, im Folgenden: angefochtenes Urteil), mit dem das Gericht ihre Klage auf Aufhebung der Entscheidung der Zweiten Beschwerdekammer des Harmonisierungsamts für den Binnenmarkt (Marken, Muster und Modelle) (HABM) vom 18. Oktober 2002 (Sache R 256/2001‑2) (im Folgenden: streitige Entscheidung) über die Zurückweisung einer angemeldeten Bildmarke, die eine zusammengedrehte Bonbonverpackung (W
...[+++]icklerform) darstellt, abgewiesen hat.