6. Wanneer de in lid 1 bedoelde kabeljauwbestanden gedurende drie opeenvolgende jaren zijn geëxploiteerd op een niveau dat overeenstemt met een visserijsterfte in de buurt van 0,4, evalueert de Commissie de toepassing van dit artikel en stelt zij indien nodig passende maatregelen voor om het artikel te wijzigen teneinde de exploitatie op basis van de maximale duurzame opbrengst te garanderen.
(6) Wurde Kabeljaubestand gemäß Absatz 1 in drei aufeinander folgenden Jahren mit einer fischereilichen Sterblichkeitsrate von nahezu 0,4 befischt, so bewertet die Kommission die Anwendung dieses Artikels und schlägt gegebenenfalls geeignete Änderungen vor, um eine Befischung auf der Grundlage des höchstmöglichen Dauerertrags sicherzustellen.