20. stelt vast dat de economische uraniumreserves voldoende zullen zijn voor ca. 40-60 jaar bij het huidige gebruik; stelt vast dat de EU-instellingen bij hun beoordeling van de voordelen en nadelen van de verschillende energietechnologieën, er bij de behandeling van kernenergieopties op moeten letten dat alle kosten worden meegerekend, zoals ontmanteling en negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid alsmede de kwestie van de nucleaire proliferatie;
20. stellt fest, dass die wirtschaftlich verfügbaren Uranreserven bei der derzeitigen Nutzung auf etwa 40–60 Jahre geschätzt werden; stellt fest, dass die EU-Institutionen bei ihrer Beurteilung der Vor- und Nachteile unterschiedlicher Energietechnologien und insbesondere bei der Beurteilung der Kosten der Kernenergie, alle Kosten berücksichtigen müssen, wie etwa Stilllegungskosten und die nachteiligen Auswirkungen auf die Umwelt und die Gesundheit sowie die Frage der Verbreitung von Nukleartechnik;