1. Indien een Lid-Staat, overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder b), tweede alinea, derde zin, voor een beroep in de zin van deze richtlijn de keuze tussen aanpassingsstage en proeve van bekwaamheid niet aan de aanvrager wenst over te laten, deelt hij de Commissie onverwijld het ontwerp van het betrokken voorschrift mede.
(1) Wenn ein Mitgliedstaat in Anwendung von Artikel 4 Absatz 1 Buchstabe b) Unterabsatz 2 Satz 3 dem Antragsteller für einen Beruf im Sinne dieser Richtlinie nicht die Wahl zwischen einem Anpassungslehrgang und einer Eignungsprüfung lassen möchte, übermittelt er der Kommission unverzueglich den Entwurf der betreffenden Vorschrift.