Op 2 en 3 juni werden in Tsjechië algemene verkiezingen gehouden in een sterk anticommunistisch klimaat. Deze anticommunistische stemming was op gang gebracht met de pogingen van de regering om de Tsjechische Communistische Jeugdvereniging buiten de wet te stellen en werd voortgezet met het ineenslaan van de vice-voorzitter van de communistische partij van Bohemen en Moravië (Tsjechië), die tevens lid is van het parlement.
Am 2. und 3. Juni fanden in der Tschechischen Republik allgemeine Wahlen in einem äußerst anti-kommunistischen Klima statt, das ausgelöst worden war durch Versuche der Regierung, die Kommunistische Jugend der Tschechischen Republik (KSM) zu kriminalisieren, und weiter dazu führte, dass gegen den Vizepräsidenten der Kommunisten Partei von Böhmen und Mähren (der Tschechischen Republik) und Abgeordneten der Partei, Jiři Dolejš, tätlich vorgegangen wurde.
