0,5 ml ± 0,01 ml monsterverdunner wordt met een pipet in de 15 ml conische buis toegevoegd en het filtratiemembraan wordt gehomogeniseerd met behulp van de stamper, door achtereenvolgende korte bewegingen heen en weer gedurende ongeveer 30 seconden, waarbij abrupte bewegingen vermeden moeten worden om morsen van de vloeistof te vermijden, overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
0,5 ml ± 0,01 ml des Probenverdünnungsmittels werden mit einer Pipette in die 15 ml fassende konische Phiole gegeben und die Filtrationsmembran durch leichtes, wiederholtes Vorwärts- und Rückwärtsbewegen des Pistills ca. 30 Sekunden lang homogenisiert; hierbei sind entsprechend den Anweisungen des Herstellers abrupte Bewegungen zu vermeiden, um das Verspritzen der Flüssigkeit zu begrenzen.