10. meent dat sectoriële en algemene begrotingshulp uit hoofde van het ENBI alleen regeringen mag toekomen die in staat zijn om er op een overzichtelijke, doelmatige en te verantwoorden manier gebruik van te maken en waar hij een reële stimulans betekent; vraagt de Commissie om met kritische blik de gegrondheid van begrotingshulp voor landen na te gaan die moeite met begrotingsbeheer en toezichtsprocedures hebben en waar corruptie welig tiert; vraagt de Commissie om het juiste evenwicht te vinden tussen flexibiliteit en transparantie bij de selectie, uitvoering en controle van de ENBI-programma's;
10. ist der Auffassung, dass nur Regierungen, die in der Lage sind, das ENPI in transparenter, wirksamer und verantwortlicher Art und Weise umzusetzen, sektorbezogene und allgemeine Budgethilfe erhalten dürfen und dass diese nur dort gewährt werden sollte, wo sie einen wirklichen Anreiz darstellt;
ruft die Kommission auf, die Angemessenheit der Budgethilfe für Länder zu überprüfen, die im Zusammenhang mit dem Haushaltsgebaren und mit Kontrollverfahren Probleme haben und ein hohes Maß an Korruption aufweisen; fordert die Kommission auf, bei der Auswahl, Durchführung und Überprüfung von ENPI-Programmen ein Gleichgewicht zwischen Flexibil
...[+++]ität und Transparenz herzustellen;