In de zaak nr. 1992 is de Ministerraad van oordeel dat de grief afgeleid uit de situatie van de exploitanten in het Vlaamse Gewest niet pertinent is, aangezien elk gewest in die aangelegenheid de verschuldigde belasting kan vaststellen; in de zaak nr. 1995 merkt hij op dat de verzoekende partijen geen belang hebben om de betwiste bepaling aan te vechten vermits de inrichtingen die zij uitbaten niet in het Vlaamse Gewest gelegen zijn en zij niet de alternatieven aangeven op grond waarvan, volgens hen, de doelstelling van bescherming van de spelers zou kunnen worden bereikt; het Hof acht zich trouwens niet bevoegd om die kwestie te beoordelen.
In der Rechtssache Nr. 1992 vertritt der Ministerrat den Standpunkt, dass die aus der Lage der in der Flämischen Region niedergelassenen Betreiber abgeleitete Beschwerde nicht sachdienlich sei, da jede Region die in diesem Sachbereich zu entrichtende Steuer festlegen könne; in der Rechtssache Nr. 1995 führt er an, dass die klagenden Parteien kein Interesse an der Anfechtung der angefochtenen Bestimmung hätten, da die von ihnen betriebenen Einrichtungen nicht in der Flämischen Region niedergelassen seien und sie keine Alternativen angäben, mit denen nach ihrem Dafürhalten das Ziel des Schutzes der Spieler erreicht werden könne; der Hof erachte sich im übrigen nicht als zuständig, diese Frage zu beurteilen.