13. wijst erop dat de individuele vastleggingen en betalingen voor 2011 als gevolg van vertragingen bij de aanbesteding van grote infrastructuurprogramma's en ingehouden betalingen voor begrotingssteun respectievelijk 13% en 16% lager uitkwamen dan het gestelde doel; herhaalt zijn specifieke bezorgdheid over het lage vastleggingspercentage (31%) van de regionale middelen van het tiende EOF, slechts twee jaar voor afloop van de programmeringsperiode; spoort de Commissie aan om in te zetten op een soepele uitvoering van deze financiële middelen en om lering uit de huidige vertragingen te trekken voor de volgende programmeringsperiode;
13. weist darauf hin, dass Verzögerungen bei der vertraglichen Vereinbarung wichtiger Infrastrukturprogramme und die Zurückhaltung von Budgethilfen dazu geführt haben, dass im Jahr 2011 Einzelmittelbindungen und Zahlungen von 13 % bzw. 16 % hi
nter den Zielvorgaben zurückgeblieben sind; bekräftigt seine besondere Besorgnis über die niedrige Mittelbindungsrate bei dem für die Förderung der regionalen Zusammenarbeit bestimmten Finanzrahmen des 10. EEF (31 %) nur zwei Jahre vor dem Ende des Programmplanungszeitraums; fordert die Kommission auf, auf eine reibungslose finanzielle Ausführung dieses Finanzrahmens hinzuarbeiten und im Hinblick
...[+++]auf den kommenden Programmplanungszeitraum Lehren aus den derzeitigen Verzögerungen zu ziehen;