b)de exploitant van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf eerst de bevoegde autoriteit van het derde land van oorsprong, of het derde land van bestemming, indien verschillend, in kennis heeft gesteld van de redenen en omstandigheden waarom de betrokken diervoeders of levensmiddelen niet in de Gemeenschap in de handel kunnen worden gebracht,
b)der Futtermittel- oder Lebensmittelunternehmer als Erstes die zuständige Behörde des Ursprungsdrittlandes oder — falls das Bestimmungsdrittland nicht das Ursprungsdrittland ist — des Bestimmungsdrittlandes über die Gründe und Umstände, die dem Inverkehrbringen der betreffenden Futtermittel oder Lebensmittel in der Gemeinschaft entgegenstanden, unterrichtet hat,