4. is ervan overtuigd dat versterking van de centrale overheid niet neerkomt op verzwakking van de entiteiten, maar juist de voorwaarden schept voor een doelmatig centraal bestuur dat in staat is om het hele land voor te bereiden op EU-toetreding, in nauwe samenwerking met de verschillende bestuurslagen; benadrukt daarom dat de administratieve capaciteiten op alle bestuursniveaus in verband met EU-aangelegenheden, alsmede de coördinatie tussen de respectieve autoriteiten bij het plannen van de financiële steun van de EU en in alle sectoren die relevant zijn voor de omzetting van EU-wetgeving, moeten worden versterkt;
4. ist davon überzeugt, dass die Stärkung des Zentralstaates nicht die Schwächung der Gebietseinheiten bedeutet, sondern die Schaffung der Voraussetzungen für eine effektive Zentralverwaltung, die in der Lage ist, das gesamte Land in enger Zusammenarbeit mit den verschiedenen Regierungsebenen auf den EU-Beitritt vorzubereiten; unterstreicht daher, dass die Verwaltungskapazitäten auf allen Ebenen der Regierungsführung, die mit EU-Angelegenheiten befasst sind, sowie die Koordinierung zwischen den jeweiligen staatlichen Stellen bei der Programmierung der EU-Finanzhilfe und in allen Bereichen, die für die Umsetzung der EU-Rechtsvorschriften einschlägig sind, verstärkt werden müssen;