Terwijl vreemdelinge
n die langer in het land verblijven dan de beperkte tijd waarvoor zij machtiging hadden gekregen om in België te verblijven en die niet meer in het bezit zijn van een regelmatige verblijfsvergunning, het voorwerp kunnen uitmaken van een door de bevoegde minister of zijn gemachtigde gegeven bevel om het grondgebied te verlaten (artikel 13, derde lid) en die vreemdelingen door de minister, na advies van de Commissie voor advies voor vreemdelingen, kunnen worden teruggewezen wanneer zij de openbare orde of de veiligheid van het land schaden of wanneer zij de bij wet gestelde voorwaarden voor het verblijf niet naleven (ar
...[+++]tikel 20, eerste lid), kunnen vreemdelingen die gemachtigd zijn zich in het Rijk te vestigen enkel door de Koning, na advies van voormelde Commissie, worden uitgezet wanneer zij de openbare orde of de veiligheid van het land ernstig schaden; indien die maatregel gegrond is op de politieke activiteit van betrokkenen moet over het uitzettingsbesluit in de Ministerraad worden beraadslaagd (artikel 20, tweede lid).