1. Naar aanleiding van een verzoek van de voorzitter van de bevoegde commissie betreffende de voor de tweede lezing geldende termijnen, dan wel naar aanleiding van een verzoek van de delegatie van het Parlement in het bemiddelingscomité betreffende de voor de bemiddeling geldende termijnen, verlengt de Voorzitter de termijnen in kwestie overeenkomstig artikel 294, lid 14, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
1. Auf Antrag des Vorsitzes des zuständigen Ausschusses zu den für zweite Lesungen festgelegten Fristen oder auf Antrag der Delegation des Parlaments im Vermittlungsausschuss zu den für die Vermittlung festgelegten Fristen verlängert der Präsident die betreffenden Fristen gemäß Artikel 294 Absatz 14 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union.