Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Betreffende de hervorming van de echtscheiding

Traduction de «lid 10 wetboek » (Néerlandais → Allemand) :

(10)Ten aanzien van de andere systemen die moeten worden opgezet voor de toepassing van het wetboek, moet de algemene einddatum van 31 december 2020 blijven gelden voor het gebruik van andere middelen voor de uitwisseling en opslag van informatie dan de in artikel 6, lid 1, van het wetboek bedoelde gegevensverwerkingstechnieken.

(10)Im Hinblick auf die anderen zur Anwendung des Zollkodex einzurichtenden Systeme sollte die allgemeine Frist des 31. Dezember 2020 für die Verwendung von Mitteln zum Austausch und zur Speicherung von Informationen, mit Ausnahme der in Artikel 6 Absatz 1 des Zollkodex genannten Mittel der elektronischen Datenverarbeitung, weiterhin gelten.


2. Schenden artikel 147, derde lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde alsmede de artikelen 100/1 en 100/2 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij een rechter in het gerechtelijk arrondissement Eupen een functionele mobiliteit opleggen, d.w.z. een benoeming in subsidiaire orde in de andere rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement opdringen, zonder dat deze daarmee akkoord gaat, hoewel alle andere gevallen van functionele mo ...[+++]

2. Schänden die Artikel 147, Absatz 3 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 über die Reform der Gerichtsbezirke und die Mobilität, sowie die Artikel 100/1 und 100/2 des GGB die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie einem Richter im Gerichtsbezirk Eupen eine funktionale Mobilität auferlegen, d.h. eine nebensächliche Ernennung an den jeweils anderen Gerichten des Gerichtsbezirks aufzwingen, ohne dass dieser damit einverstanden ist, obwohl alle anderen Fälle der funktionalen Mobilität, die durch den Gesetzgeber organisiert worden sind das Einverständnis des entsprechenden Magistraten bedürfen (siehe Artikel 65 GGB für den Friedenrichter, ...[+++]


Artikel 1. In artikel L1122-34, § 3, van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie, zoals gewijzigd bij het decreet van 26 april 2012 worden de woorden "De gemeenteraad kan een vergaderingsvoorzitter kiezen" vervangen door de woorden "Onverminderd artikel L1123-5, § 3, lid 1, 2°, artikel L1123-10, § 3, lid 1, 2°, en artikel 22, § 3bis, lid 1, 2°, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn kan de gemeenteraad een vergaderingsvoorzitter kiezen".

Artikel 1 - In Artikel L112-34 § 3 des Kodex der lokalen Demokratie und der Dezentralisierung in seiner durch das Dekret vom 26. April 2012 wird die Wortfolge "Der Gemeinderat kann" durch die Wortfolge "Unbeschadet von Artikel L1123-5 § 3 Absatz 1 Ziffer 2, Artikel L1123-10 § 3 Absatz 1 Ziffer 2 und Artikel 22 § 3bis Absatz 1 Ziffer 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren kann der Gemeinderat" ersetzt.


« Schenden de artikelen 2262bis, § 1, eerste lid, en 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet doordat zij de gelijkheid schenden tussen de rechtsonderhorigen in zoverre de interpretatie van de aanvang van de tienjarige verjaringstermijn van artikel 2262bis, § 1, eerste lid, Burgerlijk Wetboek, met name dat deze een aanvang neemt vanaf het ontstaan van de vordering, ongeacht of men kennis heeft van deze vordering, terwijl de verjaringstermijn van een vordering op grond van onrechtmatige daad van artikel 2262bis, § 1, tweede lid, Burgerlijk Wetboek pas start van zodra het slachtof ...[+++]

« Verstoßen die Artikel 2262bis § 1 Absatz 1 und Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der belgischen Verfassung, indem sie die Gleichheit der Rechtsuchenden verletzen, insofern der Anfang der zehnjährigen Verjährungsfrist nach Artikel 2262bis § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches dahingehend ausgelegt wird, dass diese beim Entstehen der Klage einsetzt, unabhängig davon, ob man Kenntnis von dieser Klage hat oder nicht, während die Verjährungsfrist einer Klage aufgrund einer unrechtmäßigen Handlung nach Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches erst einsetzt, sobald das Opfer von dem Schaden ...[+++]


« Schendt artikel 10, § 1, eerste lid, 5° en tweede lid a) van de wet van 15 december 1980, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samenhang gelezen met artikel 8 van het EVRM, in die zin dat het aan de buitenlandse onderdaan die overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek een wettelijke samenwoning is aangegaan, de verplichting oplegt het stabiele en duurzame karakter van de relatie te bewijzen om als familielid van een niet-EU-onderdaan te worden beschouwd, bewijslast die niet bestaat voor de vreemdeling ...[+++]

« Verstößt Artikel 10 § 1 Absatz 1 Nr. 5 und Absatz 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, in dem Sinne, dass er dem nichtbelgischen Staatsangehörigen, der einen Vertrag über das gesetzliche Zusammenwohnen gemäß Artikel 1476 § 1 des Zivilgesetzbuches abgeschlossen hat, die Verpflichtung auferlegt, den dauerhaften und stabilen Charakter der Beziehung zu beweisen, damit er als Familienmitglied eines Nicht-EU-Staatsangehörigen betrachtet werden kann, wobei diese Beweislast für den Ausländer, der mit ein ...[+++]


« Schenden de artikelen 2262bis, § 1, eerste lid, en 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet doordat zij de gelijkheid schenden tussen de rechtsonderhorigen in zoverre de interpretatie van de aanvang van de tienjarige verjaringstermijn van artikel 2262bis, § 1, eerste lid, Burgerlijk Wetboek, met name dat deze een aanvang neemt vanaf het ontstaan van de vordering, ongeacht of men kennis heeft van deze vordering, terwijl de verjaringstermijn van een vordering op grond van onrechtmatige daad van artikel 2262bis, § 1, tweede lid, Burgerlijk Wetboek pas start van zodra het slachtof ...[+++]

« Verstoßen die Artikel 2262bis § 1 Absatz 1 und Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie die Gleichheit der Rechtsuchenden verletzen, insofern der Anfang der zehnjährigen Verjährungsfrist nach Artikel 2262bis § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches dahingehend ausgelegt wird, dass diese beim Entstehen der Klage einsetzt, unabhängig davon, ob man Kenntnis von dieser Klage hat oder nicht, während die Verjährungsfrist einer Klage aufgrund einer unrechtmäßigen Handlung nach Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches erst einsetzt, sobald das Opfer von dem Schaden oder von de ...[+++]


« Schenden het nieuwe artikel 301, § 4, eerste lid, Burgerlijk Wetboek in samenhang met artikel 42, § 5, tweede lid van de wet van 27 april 2007 [betreffende de hervorming van de echtscheiding], die de aanvang en de duur van de termijn van het verschuldigd zijn van een onderhoudsuitkering na echtscheiding bepalen enerzijds op 1 september 2007 en anderzijds op de duur van het huwelijk, zonder rekening te houden met de initiële datum van het verschuldigd zijn van deze onderhoudsuitkering, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?

« Verstösst der neue Artikel 301 § 4 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 42 § 5 Absatz 2 des Gesetzes vom 27hhhhqApril 2007 [zur Reform der Ehescheidung], der den Anfang und die Dauer der Fälligkeitsfrist einer Unterhaltsleistung nach der Ehescheidung auf den 1hhhhqSeptember 2007 bzw. auf die Dauer der Ehe festsetzt, ohne das anfängliche Datum der Fälligkeit dieser Unterhaltsleistung zu berücksichtigen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung?


« Schendt artikel 1, lid 1, a) van de Wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën, alleen en/of in samenlezing met artikel 100, eerste lid van de Wet Rijkscomptabiliteit (gecoördineerd bij koninklijk besluit van 17 juli 1991) zoals in voege vóór 1 januari 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het in afwijking van de gemeenrechtelijke bepaling van artikel 2262, § 1, 2° lid Burgerlijk Wetboek de verjaringstermijn van vijf jaar voor vorderin ...[+++]

« Verstösst Artikel 1 Absatz 1 Buchstabe a) des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates und der Provinzen, an sich und/oder in Verbindung mit Artikel 100 Absatz 1 der durch den königlichen Erlass vom 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung in der vor dem 1. Januar 2007 geltenden Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er in Abweichung von der gemeinrechtlichen Bestimmung von Artikel 2262 § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches die fünfjährige Verjährungsfrist für Forderungen aufgrund der ausservertraglichen Haftung zu einem Zeitpunkt a ...[+++]


Artikelen 10, 11, lid 2, 13, 88, en 103 van het wetboek van strafrecht, artikel 282 van het wetboek van strafvordering.

A. || Art. 574 und Art. 577 Strafprozessordnung, Art. 10, 11 Abs. 2, 13, 88, 103 Strafgesetzbuch, Art. 282 Strafprozessordnung


« Schendt artikel 617, eerste lid, Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet alwaar het vermeldt, dat inzake de geschillen bedoeld in artikel 601bis Gerechtelijk Wetboek de Politierechtbank uitspraak doet in laatste aanleg wanneer de vordering het bedrag van 50.000 fr. niet overschrijdt, terwijl tegen vonnissen gewezen door de Politierechtbanken zetelend in strafzaken, bij toepassing van artikel 172, eerste lid, Wetboek van Strafvordering in alle gevallen hoger beroep openstaat door de benadeelde/burgerlijke partij ?

« Verstösst Artikel 617 Absatz 1 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung, indem er bestimmt, dass hinsichtlich der in Artikel 601bis des Gerichtsgesetzbuches gemeinten Streitfälle die Urteile des Polizeigerichts in letzter Instanz gefällt werden, wenn über eine Klage befunden wird, deren Streitwert nicht mehr als 50.000 Franken beträgt, während gegen Urteile der in Strafsachen entscheidenden Polizeigerichte in Anwendung von Artikel 172 des Strafprozessgesetzbuches in allen Fällen eine Berufung durch die geschädigte Partei bzw. Zivilpartei möglich ist?




D'autres ont cherché : wetboek     gerechtelijk wetboek     burgerlijk wetboek     december     februari     lid burgerlijk wetboek     lid 10 wetboek     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'lid 10 wetboek' ->

Date index: 2023-09-15
w