1. Het in artikel 40, lid 1, onder a), bedoelde omgangsrecht, wordt wanneer het is toege
kend bij een in een lidstaat gegeven uitvoerbare beslissing, in een andere lidstaat erkend en is aldaar uitvoerbaar zonder dat een uitvoerbaarverklarin
g behoeft te worden verkregen en zonder dat men zich tegen de erkenning kan verzetten, indien met betrekking tot die beslissing
in de lidstaat van herkomst overeenkomstig lid 2 van dit artikel een
...[+++] certificaat is afgegeven.