5. wijst erop dat de historische achtergronden, de economische en demografische situatie en de specifieke kenmerken van de arbeidsmarkt van lidstaat tot lidstaat verschillen en dat de beginselen van subsidiariteit en solidariteit, op grond waarvan de lidstaten volledig verantwoordelijk blijven voor de organisatie van hun pensioenstelsels, daarbij in acht moeten worden genomen;
5. erinnert daran, dass sich Gepflogenheiten, die wirtschaftliche und demografische Lage oder auch die Besonderheiten des Arbeitsmarkts von Mitgliedstaat zu Mitgliedstaat unterscheiden und dass die Grundsätze der Subsidiarität und Solidarität beachtet werden müssen, aufgrund derer die Mitgliedstaaten die uneingeschränkte Zuständigkeit für den Aufbau ihrer Pensions- und Rentensysteme behalten;