7. benadrukt met tevredenheid dat aan het handvest van de grondrechten van de Europese Unie dezelfde juridische waarde wordt toegekend als aan de verdragen (artikel 6 van het VEU), zodat het handhaven of aannemen van maatregelen ten behoeve van specifieke voordelen voor het ondervertegenwoordigde geslacht niet wordt belemmerd, en zodat wordt voorzien in een betere bescherming van het moederschap, met name in het beroepsleven (artikel 23, 33 en 34 van het handvest);
7. weist nachdrücklich und mit Genugtuung darauf hin, dass der Charta der Grundrechte der Europäischen Union der gleiche rechtliche Wert zuerkannt wird wie den Verträgen (Artikel 6 EUV), was kein Hindernis für die Aufrechterhaltung oder den Erlass von Maßnahmen ist, die spezifische Vorteile für das unterrepräsentierte Geschlecht und einen verbesserten Mutterschaftsschutz vor allem in der Arbeitswelt vorsehen (Artikel 23, 33 und 34 der Charta);