2. Voor zover de lidstaten deelnemen aan de in lid 1 beschreven procedure, zenden zij de afdrukgegevens met betrekking tot alle vingers van de in lid 1 aangeduide personen toe aan het centraal systeem, of ten minste die van de wijsvingers; wanneer die ontbreken, zenden zij de afdrukgegevens met betrekking tot alle overige vingers toe.
(2) Soweit die Mitgliedstaaten an dem in Absatz 1 bezeichneten Verfahren teilnehmen, übermitteln sie dem Zentralsystem den Abdruck aller Finger oder zumindest der Zeigefinger der Drittstaatsangehörigen oder Staatenlosen gemäß Absatz 1; wenn letztere fehlen, übermitteln sie den Abdruck aller sonstigen Finger.