26. onderstreept de noodzaak van betere nationale en Europese vervoersgegevens over het gedrag van vervoersgebruikers, in het bijzonder wat betreft lopen, fietsen en genderverschillen bij reispatronen, die door lokale autoriteiten gebruikt kunnen bij het vormgeven van hun stedelijke mobiliteitsbeleid;
26. betont den Bedarf an besseren innerstaatlichen und EU-Verkehrsdaten über das Verhalten von Verkehrsnutzern, insbesondere was Zufußgehen, Radfahren und nach Geschlecht differenzierte Reisemuster anbelangt, die lokale Gebietskörperschaften bei der Festlegung ihrer Politik für die städtische Mobilität verwenden können;