Bij de loofboomsoorten gaat vooral de kurkeik (Quercus suber) er sterk op achteruit (in 1988 vertoonde 0,6% van de bomen van deze soort schade, in 1992 34,5%).
Bei den Laubbäumen ist der Anstieg der deutlichen Schäden bei der Korkeiche von 0,6% 1988 auf 34,5% 1992 besonders markant.