Vermits de wetgever het ophouden van de bescherming voor de personeelsafgevaardigden waarin artikel
2 van de wet van 19 maart 1991 voorziet, heeft willen koppelen aan de leeftijd waarop een werknemer niet langer verkiesbaar is als personeelsafgevaardigde, is het redelijk verantwoord dat een lid van het stuurpersoneel of van het cabinepersoneel van de burgerlijke luchtvaart dat een personeelsafgevaardigde is, de bescherming geniet waarin artikel 2 van de wet van 19 maart 1991 voorziet tot hij de leeftijd van 65 jaar bereikt, zijnde de leeftijd tot wanneer hij verkiesbaar is als personeelsafgevaardigde bij de ondernemingsraad en bij het co
...[+++]mité voor preventie en bescherming op het werk.
Da der Gesetzgeber das in Artikel 2 des Gesetzes vom 19. März 1991 vorgesehene Ende des Schutzes für die Personalvertreter mit dem Alter verbinden wollte, in dem ein Arbeitnehmer nicht mehr als Personalvertreter wählbar ist, ist es vernünftig gerechtfertigt, dass ein Mitglied des Cockpit- oder des Kabinenpersonals der Zivilluftfahrt, das Personalvertreter ist, den in Artikel 2 des Gesetzes vom 19. März 1991 vorgesehenen Schutz geniesst, bis es das Alter von 65 Jahren erreicht, das heisst das Alter, bis zu dem es als Personalvertreter im Betriebsrat und im Ausschuss für Gefahrenverhütung und Schutz am Arbeitsplatz wählbar ist.