1. In afwijking van artikel 8 mogen kieuwnetten met een maaswijdte van 120 mm of meer, maar minder dan 150 mm worden uitgezet ten noorden van 48° NB, en mogen kieuwnetten met een maaswijdte van 100 mm of meer, maar minder dan 130 mm worden uitgezet ten zuiden van 48°NB, in wateren met een kaartdiepte van minder dan 600 meter, mits de netten niet meer dan 100 mazen diep zijn, een hanging ratio van ten minste 0,5 hebben, en voorzien zijn van vlotters of soortgelijke drijfvoorzieningen.
1. Abweichend von Artikel 8 ist es gestattet, Kiemennetze mit einer Maschenöffnung von 120 mm oder mehr und weniger als 150 mm nördlich von 48°N bzw. mit einer Maschenöffnung von 100 mm oder mehr und weniger als 130 mm südlich von 48°N in Gewässern mit einer Kartenwassertiefe von weniger 600 m einzusetzen, sofern sie maximal 100 Maschen tief sind, einen Einstellungsfaktor von mindestens 0,5 aufweisen und weder mit Schwimmern noch anderen Auftriebskörpern versehen sind.