(31) De Raad meent, gelet op het voorgaande, dat de bescherming van de belangen van de Gemeenschap de instelling vergt van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van de betrokken produkten uit Japan alsmede de inning van de als waarborg voor het bij Verordening (EEG) nr. 2516/86 ingestelde voorlopige anti-dumpingrecht gestorte bedragen (32) De Raad acht het met name gelet
op de vastgestelde marges van prijsonderbieding en de prijzen die nodig werden geacht om de kostprijzen van de communautaire producenten te dekken en hen van een passende winstmarge te verzekeren, dienstig de anti-dumpingrechten vast te stellen op het niveau van
...[+++]de globale dumpingmarges zoals die definitief zijn geconstateerd; deze marges zijn zonder uitzondering aanzienlijk geringer dan de geconstateerde marges van onderbieding.(31) Angesichts vorstehender Ausführungen ist der Rat der Auffassung, daß zum Schutze der Interessen der Gemeinschaft eine endgültiger Antidumpingzoll auf die Einfuhr
en der betreffenden Waren mit Ursprung in Japan eingeführt werden muß und die als Sicherheit für den mit Verordnung (EWG) Nr. 2516/86 eingeführten vorläufigen Antidumpingzoll hinterlegten Beträge endgültig zu vereinnahmen sind (32) Vor allem angesichts des Umfangs der festgestellten Unterbietungsspannen und der Preise, die zur Deckung der Gestehungskosten der Gemeinschaftshersteller und zur Gewährleistung einer angemessenen Gewinnspanne für erforderlich gehalten werden, ist
...[+++]der Rat der Auffassung, daß die Höhe der Antidumpingzölle der Höhe der endgültig ermittelten pauschalen Dumpingspannen entsprechen muß, die ausnahmslos weitaus unter den festgestellten Preisunterbietungsspannen lagen.