De gebruikers waren dientengevolge van mening dat het instellen van compenserende maatregelen de bedrijfstak van de Gemeenschap een groot en ongerechtvaardigd concurrentieel voordeel zou verschaffen op de markten voor verder afgewerkte producten, hetgeen niet in het belang zou zijn van de Gemeenschap.
Daher waren die Verwender der Ansicht, daß die Einführung von Ausgleichsmaßnahmen dem Wirtschaftszweig der Gemeinschaft einen entscheidenden, ungerechtfertigten Wettbewerbsvorteil auf den nachgelagerten Märkten verschaffen würde, was nicht im Interesse der Gemeinschaft liege.