Vertaling van "mate van overeenstemming over de noodzaak van kwalitatief hoogstaande wetgeving " (Nederlands → Duits) :

61. is verheugd over de opneming van effectbeoordelingen in het wetgevingsproces en over het feit dat uit het WWP blijkt dat er sprake is van een toenemende mate van overeenstemming over de noodzaak van kwalitatief hoogstaande wetgeving, waarbij de Commissie zich ertoe verplicht een effectbeoordeling uit te voeren op alle strategische en prioritaire initiatieven; wijst met klem op de noodzaak van onafhankelijke effectbeoordelingen, maar onderstreept dat deze niet mogen leiden tot al te veel vertraging bij het doen van voorstellen door de Commissie; herinnert eraan dat "betere regelgeving" niet noodzakelijkerwijs deregulering of vormen van minimale regulering inhoudt;
61. begrüßt die Tatsache, dass Folgeabschätzungen in den Gesetzgebungsprozess einbezogen wurden, und dass das LAP zeigt, dass Einigkeit über die Notwendigkeit besteht, eine hohe Qualität der Legislativvorschläge durch die Verpflichtung der Kommission sicherzustellen, Folgeabschätzungen für alle legislativen strategischen und prioritären Initiativen vorzunehmen; unterstreicht die Notwendigkeit unabhängiger Folgeabschätzungen, betont aber, dass sie nicht zu ungerechtfertigten Verzögerungen bei der Vorlage von Kommissionsvorschlägen führen sollten; weist darauf hin, dass eine „bessere Rechtsetzung“ nicht zwangsläufig Deregulierung oder Verfahrensweisen für eine minimale Regulierung bedeutet;

61. is verheugd over de opneming van effectbeoordelingen in het wetgevingsproces en over het feit dat uit het WWP blijkt dat er sprake is van overeenstemming over de noodzaak van kwalitatief hoogstaande wetgeving, waarbij de Commissie zich ertoe verplicht een effectbeoordeling uit te voeren op alle strategische en prioritaire initiatieven; wijst met klem op de noodzaak van onafhankelijke effectbeoordelingen, maar onderstreept dat deze niet mogen leiden tot al te veel vertraging bij het doen van voorstellen door de Commissie; herinnert eraan dat "betere regelgeving" niet noodzakelijkerwijs deregulering of vormen van minimale regulering inhoudt;
61. begrüßt die Tatsache, dass Folgeabschätzungen in den Gesetzgebungsprozess einbezogen wurden und dass das Gesetzgebungs- und Arbeitsprogramm zeigt, dass Einigkeit über die Notwendigkeit besteht, eine hohe Qualität der Legislativvorschläge durch die Verpflichtung der Kommission sicherzustellen, Folgeabschätzungen für alle legislativen strategischen und prioritären Initiativen vorzunehmen; unterstreicht die Notwendigkeit unabhängiger Folgeabschätzungen, betont aber, dass sie nicht zu ungerechtfertigten Verzögerungen bei der Vorlage von Kommissionsvorschlägen führen sollten; weist darauf hin, dass eine "bessere Rechtsetzung" nicht zwangsläufig Deregulierung oder Verfahrensweisen für eine minimale Regulierung bedeutet;

5. is van mening dat kan worden gesproken van positieve resultaten met betrekking tot de opneming van effectbeoordelingen in het wetgevingsproces; stelt vast dat uit het Werkprogramma blijkt dat er sprake is van een bevredigende mate van overeenstemming over de noodzaak zorg te dragen voor kwalitatief hoogstaande wetgevingsvoorstellen in de vorm van een verplichting om met betrekking tot alle strategische en prioritaire wetgevingsinitiatieven effectbeoordelingen uit te voeren; is echter van oordeel dat dit niet mag leiden tot al te veel vertraging bij het doen van voorstellen door de Commissie, en dringt erop aan dat "betere regelgeving" niet mag leiden tot deregulering of vormen van minimale regulering;
5. vertritt die Auffassung, dass positive Leistungen dahingehend anerkannt werden können, dass Folgeabschätzungen in den Gesetzgebungsprozess einbezogen wurden; stellt fest, dass das Arbeitsprogramm zeigt, dass in einem befriedigenden Ausmaß Einigkeit über die Notwendigkeit besteht, eine hohe Qualität der Legislativvorschläge durch die Verpflichtung sicherzustellen, Folgeabschätzungen für alle legislativen strategischen und prioritären Initiativen vorzunehmen; ist allerdings der Ansicht, dass das nicht zu übermäßigen Verzögerungen bei der Vorlage von Kommissionsvorschlägen führen sollte, und fordert nachdrücklich, dass eine „bessere Rechtsetzung“ nicht zu einer Deregulierung oder Verfahrensweisen für eine minimale Regulierung führt;

38. is er sterk van overtuigd dat de momenteel op het gebied van de IPR heersende rechtsonzekerheid en de daarmee verbonden hoge kosten in belangrijke mate bijdragen aan de fragmentatie van de onderzoeksinspanningen in Europa; verzoekt de Commissie derhalve een effectbeoordeling uit te voeren van de verschillende wetsinstrumenten die zouden kunnen worden toegepast om de bestaande belemmeringen bij de kennisoverdracht in de EOR te verminderen; merkt op dat naar behoren geoctrooieerde uitvindingen een belangrijke bron van kennis kunnen vormen en dat de wetgeving betreffende de bescherming van IPR, met inbegrip van het Europese octrooirecht, geen belemmering mag vormen voor kennisdeling; beklemtoont het vitale belang van het instellen van een Gemeenschapsoctrooi en een kwalitatief hoogstaand, kosteneffectief en innovatievriendelijk rechtsstelsel voor Europese octrooien in het kader waarvan de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen wordt gerespecteerd; neemt kennis van de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over verbetering van het octrooisysteem in Europa (COM(2007)0165); merkt op dat het daaruit voortvloeiende rechtskader zal voorzien in betere prikkels voor deelname van het bedrijfsleven aan onderzoek en de positie van innoverende bedrijven uit de EU op internationaal niveau zal versterken;
38. ist der festen Überzeugung, dass die rechtliche Unsicherheit und der hohe Kostenaufwand, die derzeit mit den Rechten am geistigen Eigentum verbunden sind, ein wesentlicher Faktor für die Zersplitterung der Forschungsbemühungen in Europa sind; fordert die Kommission daher nachdrücklich auf, eine Folgenabschätzung für die verschiedenen Rechtsinstrumente durchzuführen, die zur Verringerung der bestehenden Hindernisse für den Wissenstransfer im EFR verwendet werden können; weist darauf hin, dass ordnungsgemäß patentierte Erfindungen eine wichtige Wissensquelle darstellen und dass der Schutz der Rechte am geistigen Eigentum einschließlich des europäischen Patentrechts kein Hindernis für den Wissensaustausch sein kann; hält es für unerlässlich, ein gemeinschaftliches Patent und ein qualitativ hochwertiges, kosteneffektives und innovationsfreundliches Rechtssystem für Europäische Patente einzuführen, das die Zuständigkeit des Europäischen Gerichtshofs berücksichtigt; nimmt die Mitteilung der Kommission an das Europäische Parlament und den Rat – Vertiefung des Patentsystems in Europa – (KOM(2007)0165) zur Kenntnis; stellt fest, dass der so entstehende Rechtsrahmen größere Anreize für die Beteiligung von privaten Unternehmen an der Forschung schaffen und die Position innovativer EU-Firmen auf internationaler Ebene stärken wird;