In deze context dient erop te worden gewezen dat de schijnbare vooruitgang in vergelijking met het begrotingsjaar 2002 (een onderbesteding van 8 900 miljoen euro leidend tot een definitief overschot van 7 400 miljoen) slechts in theorie een vooruitgang is: met gewijzigde begroting nr. 6/2003 was de
begroting voor 2003 reeds verlaagd met een bedrag van 5 000 miljoen euro, omd
at de Commissie had verklaard niet in staat te zijn alle geplande betalingen uit te
voeren vanwege het feit ...[+++] de desbetreffende ramingen veel te hoog waren.
In diesem Zusammenhang sollte darauf hingewiesen werden, dass die scheinbaren Fortschritte gegenüber 2002 (nicht in Anspruch genommene Mittel in Höhe von 8, 9 Milliarden EUR, die zu einem abschließenden Überschuss von 7,4 Milliarden EUR führten) nur in der Theorie bestehen: Der Haushaltsplan 2003 wurde bereits durch den Berichtigungshaushaltsplan Nr. 6/2003 um einen Betrag von 5 Milliarden EUR gekürzt, weil sich die Kommission außerstande erklärte, alle Zahlungen wie geplant auszuführen, da diese bei weitem zu hoch veranschlagt worden waren.