2.2. De methode levert als resultaat de hoeveelheden, in micromolen per gram aan de lucht gedroogd zaad, van zes belangrijke glucosinolaten uit koolzaad en raapzaad en twee glucosinolaten uit mosterdzaad, dat als verontreiniging aanwezig kan zijn.
2.2. Mit Hilfe dieses Verfahrens können sechs wichtige in Raps- und Rübsensamen enthaltene Glukosinolate sowie zwei in Senfsaat enthaltene Glukosinolate, die als Verunreinigungen vorkommen können, quantitativ - in Mikromol pro Gramm lufttrockene Saat - bestimmt werden.