Bijgevolg is het ontzeggen van het recht op het bestaansminimum als middel om de afgewezen kandidaat- vluchtelingen te dwingen vanzelf het grondgebied te verlaten in casu onevenredig in zoverre die maatregel het beoogde doel niet bereikt, het standstill-effect van artikel 23 van de Grondwet aantast en als gevolg heeft de betrokkene in een toestand te plaatsen die niet verenigbaar is met de elementaire vereisten van een menswaardig leven zoals gewaarborgd in artikel 23 van de Grondwet.
Demnach sei die Entziehung des Rechts auf das Existenzminimum als Mittel, den abgewiesenen Asylbewerber zu zwingen, von sich aus das Staatsgebiet du verlassen, im vorliegenden Fall unverhältnismässig, insoweit diese Massnahme das angestrebte Ziel nicht erreiche, den Stillhalte-Effekt von Artikel 23 der Verfassung beeinträchtige und zur Folge habe, den Betreffenden in eine Lage zu bringen, die unvereinbar sei mit den elementaren Erfordernissen des in Artikel 23 der Verfassung garantierten menschenwürdigen Lebens.