5. onderstreept andermaal zijn overtuiging dat de verantwoordelijkheid voor de bescherming van minderjarigen tegen de blootstelling aan inhoud die, ook al is die rechtmatig, voor minderjarigen desondanks schadelijk kan zijn, in de eerste plaats berust bij de personen die bekleed zijn met het ouderlijk gezag of de voogdij over hen, en wijst op het belang van campagnes om kinderen en deze bedoelde personen voor te lichten over een passend gebruik van audiovisuele media;
5. bekräftigt seine Überzeugung, dass der Schutz der Jugendlichen gegen Inhalte, die zwar rechtmäßig, aber dennoch schädlich für Minderjährige sein können, in erster Linie in die Verantwortung ihrer Erziehungsberechtigten fällt, und unterstreicht die Bedeutung von Kampagnen, um Kinder und ihre Erziehungsberechtigten in der angemessenen Nutzung der audiovisuellen Medien zu unterweisen;