23. Elke lidstaat stelt voor zo’n activiteit een maximumaantal toegelaten uren per week of dagen of maanden per jaar vast, van minimaal 10 ð 20 ï uur per week of het equivalent ervan in dagen of maanden per jaar.
23. Der einzelne Jeder Mitgliedstaat legt fest, wie viele Stunden pro Woche oder wie viele Tage bzw. Monate pro Jahr eine solche Tätigkeit maximal ausgeübt werden darf; diese Obergrenze darf 10 ð zwanzig ï Stunden pro Woche oder eine entsprechende Zahl von Tagen bzw. Monaten pro Jahr nicht unterschreiten.