De lidstaten moeten het recht hebben om bij de inventarisatie van de verplichte minimumvoorraden te kiezen tussen twee opties: ofwel een voorraad van 90 dagen netto-import, ofwel een voorraad van 70 dagen gebruik.
Die Mitgliedstaaten müssen das Recht haben, selbst festzulegen, welche der zwei Varianten (neunzig Tage an Nettoeinfuhren oder siebzig Verbrauchstage) sie zur Berechnung des obligatorischen Mindestbestands wählen wollen.