2° in de bepaling onder A), § 4, gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2013, wordt een tweede lid ingevoegd, luidende : « De aanvullende opleiding vermeld in het eerste lid, c) en f), wordt gestaafd met een door een hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap uitgereikt bewijs over het bestaan van een opleiding " katholieke godsdienst" van ten minste 15 ECTS-punten of met een bewijs dat door de bevoegde instantie van de betrokken eredienst als gelijkwaardig wordt beschouwd».
2. In Buchstabe A) § 4, abgeändert durch das Dekret vom 24. Juni 2013, wird folgender Absatz 2 eingefügt: « Die in Absatz 1 Buchstaben c) und f) angeführte Zusatzausbildung ist zu belegen durch den Nachweis über das Bestehen einer mindestens 15 ECTS-Punkte umfassenden Ausbildung im Bereich katholische Religion, der von einer Hochschule in der Deutschsprachigen Gemeinschaft ausgestellt wird, oder über einen Nachweis, der vom Kultusträger als gleichwertig anerkannt wird».